Het essay is een reactie op uitspraken van het ministerie en gericht aan allen die geïnteresseerd zijn in recente beleidsontwikkelingen inzake taal in het
onderwijs. De genoemde ontwikkelingen bouwen volgens de auteurs voort op een oude traditie, en worden aangezwengeld door zwakke resultaten voor het Vlaamse
onderwijs in een internationaal onderzoek. Dat er een taalprobleem is, valt
niet te ontkennen, zo stellen de auteurs. Dat er alleen maar
een taalprobleem is, is echter volkomen onjuist. En dat het probleem van leerachterstanden
hoofdzakelijk een taalprobleem zou zijn, of dat er constant een taalprobleem
als verklaring moet gezocht worden, is volgens de auteurs ook onjuist. De respons van
de Minister toont volgens hen aan hoe zeer men zich in Vlaanderen blindstaart op taal, en hoe
fout die visie op taal wel is. Het probleem ontstaat volgens hen wanneer men deze
ideologische visie op taal gaat zien als de realiteit van taal, wanneer men
taal-ideologie gaat verwarren met taalrealiteit.